Gegroet cantusliefhebbers en nieuwsgierige lezers!

U las de titel Cantus+ en kon vanzelfsprekend niet aan de verleiding weerstaan uw blik te werpen op het bijbehorende tekstje. U heeft volkomen gelijk! In de rubriek Cantus+ zal cantustrio u wekelijks voorzien van een bevlogen tekstje vol met studentikoze feitjes, verhalen, leutigheden en vele meer.

Aan het begin van het academiejaar bespreken we graag een lied dat steevast bij het begin van een cantus gezongen wordt. Ik hoor u al denken: "Ah, leuk nu ga ik wat meer te weten te komen over het Io vivat!" Hier slaat u de bal echter volledig mis, al was het maar omdat het met een pint in de hand zeer moeilijk is een bal te raken. De opmerkzame of wetenschappelijk verantwoorde lezer heeft ondertussen de bronnenlijst onderaan dit artikel al geraadpleegd en heeft daaruit opgemaakt dat dit artikel over het Gaudeamus igitur zal handelen, het lied van de Europese student en bij uitbreiding de wereld!

De titel Gaudeamus igitur betekent Laten we dus vrolijk zijn. Het lied is verder nog bekend onder de titel De brevitate vitae*, wat ook de titel is van een werk van de stoïcijnse filosoof Lucius Annaeus Seneca. De thans meest gebruikelijke versie van de tekst stamt uit 1781 en is opgemaakt door Christian Wilhelm Kindleben. De tekst heeft echter al sporen tot in de 13e eeuw. Zo vinden we in een manuscript uit 1267 al een lied met de titel Scribere proposui, dat enkele tekstuele paralellen vertoont met de huidige tekst van het Gaudeamus igitur, in het bijzonder in de tweede en vierde strofe. Zo zijn de beginregels van deze strofes Vita brevis breviter in brevi finietur en Ubi sunt, qui ante nos in hoc mundo fuere?, die natuurlijk te vergelijken zijn met de beginregels van respectievelijk de derde en tweede strofe van het Gaudeamus igitur.

In de tweede druk van Groninger Studenten-liederen uit 1833 vinden we de volgende berijmde metrische vertaling:

Laten wij dan vrolijk zijn
In den bloei der jaren.
Na een jonkheid vol genoegen,
Na een grijsheid vol van zwoegen,
Zal ons 't graf bewaren.

Waar zijn zij die voor ons eens
In de wereld waren?
Hoog in 't lichte hemelrijk,
Diep in 't duister schimmenrijk,
Zult gij hen ontwaren.

't Leven duurt maar korten tijd,
Telbaar zijn de jaren.
Spoedig komt de dood gewis,
Die een wrede rover is.
Niemand zal men sparen.

Leve d'Universiteit,
Met haar professoren!
Ieder lid, al is het raar,
Alle leden bij elkaar,
't Ga hun naar behoren!

Alle mooie meisjes heil
Ongekunsteld aardig!
Heil ook lieve vrouwen die,
Niet alleen in theorie,
Vlijtig zijn en waardig.

Heil den Staat en zijn bewind
Koningin of Koning!
Heil, gemeenschap die ons bindt,
Alwie u is welgezind,
En uw heilge woning!

Vloek de sombre droefenis,
Vloek al wie ons haten!
Vloek den duivel, allen die
Over ons in compagnie
Spottend doen of praten.

Uit deze vertaling zien we dat het Gaudeamus igitur de verschillende aspecten van het studentenleven bezingt.

Voor het verkrijgen van zijn eredoctoraat aan de Universiteit van Wrocław in 1879 schreef Johannes Brahms zijn Akademische Festouvertüre. Hierin verwerkte hij het Gaudeamus igitur in het slot.

Bronnen

  • Gaudeamus igitur. (2022, 9 augustus). Wikipedia. https://de.wikipedia.org/wiki/Gaudeamus_igitur
  • Willems (v. Herr W.), A. (2003). Een historisch-etymologische en verklarende wandeling doorheen de Studentencodex (Derde en herziene uitgave).

*Latijn voor Over de kortheid van het leven

Gegroet cantusliefhebbers en nieuwsgierige lezers!

U las de titel Cantus+ en kon vanzelfsprekend niet aan de verleiding weerstaan uw blik te werpen op het bijbehorende tekstje. U heeft volkomen gelijk! In de rubriek Cantus+ zal cantustrio u wekelijks voorzien van een bevlogen tekstje vol met studentikoze feitjes, verhalen, leutigheden en vele meer.

Aan het begin van het academiejaar bespreken we graag een lied dat steevast bij het begin van een cantus gezongen wordt. Ik hoor u al denken: "Ah, leuk nu ga ik wat meer te weten te komen over het Io vivat!" Hier slaat u de bal echter volledig mis, al was het maar omdat het met een pint in de hand zeer moeilijk is een bal te raken. De opmerkzame of wetenschappelijk verantwoorde lezer heeft ondertussen de bronnenlijst onderaan dit artikel al geraadpleegd en heeft daaruit opgemaakt dat dit artikel over het Gaudeamus igitur zal handelen, het lied van de Europese student en bij uitbreiding de wereld!

De titel Gaudeamus igitur betekent Laten we dus vrolijk zijn. Het lied is verder nog bekend onder de titel De brevitate vitae*, wat ook de titel is van een werk van de stoïcijnse filosoof Lucius Annaeus Seneca. De thans meest gebruikelijke versie van de tekst stamt uit 1781 en is opgemaakt door Christian Wilhelm Kindleben. De tekst heeft echter al sporen tot in de 13e eeuw. Zo vinden we in een manuscript uit 1267 al een lied met de titel Scribere proposui, dat enkele tekstuele paralellen vertoont met de huidige tekst van het Gaudeamus igitur, in het bijzonder in de tweede en vierde strofe. Zo zijn de beginregels van deze strofes Vita brevis breviter in brevi finietur en Ubi sunt, qui ante nos in hoc mundo fuere?, die natuurlijk te vergelijken zijn met de beginregels van respectievelijk de derde en tweede strofe van het Gaudeamus igitur.

In de tweede druk van Groninger Studenten-liederen uit 1833 vinden we de volgende berijmde metrische vertaling:

Laten wij dan vrolijk zijn
In den bloei der jaren.
Na een jonkheid vol genoegen,
Na een grijsheid vol van zwoegen,
Zal ons 't graf bewaren.

Waar zijn zij die voor ons eens
In de wereld waren?
Hoog in 't lichte hemelrijk,
Diep in 't duister schimmenrijk,
Zult gij hen ontwaren.

't Leven duurt maar korten tijd,
Telbaar zijn de jaren.
Spoedig komt de dood gewis,
Die een wrede rover is.
Niemand zal men sparen.

Leve d'Universiteit,
Met haar professoren!
Ieder lid, al is het raar,
Alle leden bij elkaar,
't Ga hun naar behoren!

Alle mooie meisjes heil
Ongekunsteld aardig!
Heil ook lieve vrouwen die,
Niet alleen in theorie,
Vlijtig zijn en waardig.

Heil den Staat en zijn bewind
Koningin of Koning!
Heil, gemeenschap die ons bindt,
Alwie u is welgezind,
En uw heilge woning!

Vloek de sombre droefenis,
Vloek al wie ons haten!
Vloek den duivel, allen die
Over ons in compagnie
Spottend doen of praten.

Uit deze vertaling zien we dat het Gaudeamus igitur de verschillende aspecten van het studentenleven bezingt.

Voor het verkrijgen van zijn eredoctoraat aan de Universiteit van Wrocław in 1879 schreef Johannes Brahms zijn Akademische Festouvertüre. Hierin verwerkte hij het Gaudeamus igitur in het slot.

Bronnen

  • Gaudeamus igitur. (2022, 9 augustus). Wikipedia. https://de.wikipedia.org/wiki/Gaudeamus_igitur
  • Willems (v. Herr W.), A. (2003). Een historisch-etymologische en verklarende wandeling doorheen de Studentencodex (Derde en herziene uitgave).

*Latijn voor Over de kortheid van het leven