Nadat we vorige week over een lied geschreven hebben dat steeds bij het begin van een cantus gezongen wordt, schrijven we deze week over het einde van een cantus, namelijk over de Oude-Rolderklacht. Gezien dit lied een bewerking is van het Duitse studentenlied O alte Burschenherrlichkeit, dat we eveneens terugvinden in onze Studentencodex, zullen we ook dit lied bespreken.

De tekst van O alte Burschenherrlichkeit zou geschreven zijn door Eugen Höfling in 1825. Hij is geboren in Fulda in 1808, gestorven in Eschwege in 1880 en studeerde geneeskunde in Marburg. Daar was hij ook actief in een Burschenschaft. De huidige melodie vinden we voor het eerst terug in Brauns Liederbuch für Studenten, uitgegeven in Berlijn in 1843. Hier zien we ook dat de melodie gebaseerd is op het oudere lied Was fang ich armer Teufel an. De frase O jerum, jerum, jerum! O quae mutatio rerum! is eveneens uit dit lied afkomstig. De uitdrukking o jerum is een afkorting van o Jesu domine en is een klaagroep aan Jezus. Deze melodie is echter niet de enige waarop het lied ooit gezongen is, zo vinden we in het Allgemeine Deutsche Commersbuch uit 1859 een melodie die verdacht hard lijk op Lauriger Horatius, ofte O dennenboom. Het lied staat vaak ook bekend onder de titel Rückblick (eines alten Burschen), wat het onderwerp beschrijft: een oud-student kijkt met blijdschap terug op zijn studententijd.
In onze eigen Studentencodex zijn echter slechts de eerste, vijfde en zesde strofes van het lied opgenomen. In de andere strofes handelt men immers over mensuur, het academische schermen, dat verboden is voor katholieken. Er wordt eveneens gesproken over de breiten Stein. In het begin van de 19e eeuw was vaak enkel een smalle strook van de straat verhard. In universiteitssteden hadden ouderejaarsstudenten, ofwel Burschen, het voorrecht op deze breite Stein te lopen. Als twee Burschen elkaar dan ontmoetten, kon dit wel eens tot een gewelddadig treffen leiden, hoewel dit volgens de SC-Comment van 1799 uit Halle niet tot eerverlies zou leiden.

Onze Nederlandse bewerking in geschreven door een zekere K.D.W., bovendien zijn er enkele kleine verschillen in de melodie qua woordplaatsing. Hiernaar moet u maar eens vragen bij uw senior. In de Clubcodex, de blauwe bladzijden, staat een volledige beschrijving hoe het lied gezongen moet worden. Zo worden de eerste vier strofes traag bij gedempt licht gezongen, daar deze een weemoedige terugblik naar het studentenleven zijn, en wordt de vijfde strofe sneller en levendig gezongen. De feestelijkheid van deze laatste strofe blijkt ook uit het laatste refrein: Bibamus laeti merum, non est mutatio rerum!, wat zoveel wil zeggen als: "Laat ons vrolijk de wijn drinken, de dingen zijn niet veranderd!"
In de tweede strofe wordt er gezongen van het Werchters bier. Dit is Jack-Op, dat we ook nog in andere liederen terugvinden. Dit bier werd sinds 1869 gebrouwen in Werchter door Felix van Roost in Stoombrouwerij De Palmboom. Het legendarische studentenbier is momenteel helaas niet meer te verkrijgen.
Tijdens de strofes van dit lied gaan alle aanwezigen rechtstaan naargelang de verzen die gezongen worden. Zo zijn er de studiosus rerum politicarum (politieke en sociale wetenschappen), studiosus rerum oeconomicarum (economische wetenschappen), studiosus scientiae naturalium (wetenschappen), studiosus ir. (ingenieurs), studiosus pharmaciae (farmacie), studiosus philosophiae (filosofie), studiosus paedagogiae (pedagogische wetenschappen), studiosus medicinae (geneeskunde), studiosus paramedicinae (paramedische richtingen), studiosus juris (rechten).
Bij het laatste refrein zingt de rechtercorona, waarbij de linkercorona het glas ad fundum drinkt. Bij de herhaling wordt dit omgedraaid. De termen linker- en rechtercorona moeten steeds vanuit het standpunt van de senior bekeken worden.

Ut vivat, crescat, floreatque Wina!
Moge Wina leven, groeien, en bloeien!

Uw Cantustrio
Ward, Dries, Nathan

Bronnen

  • Dauwe, J., Janssens, T., Pieters, F., Persyn, O., Veestraeten, H. & Veestraeten, J. (Reds.). (2017, oktober). Studentencodex (18de editie). Studentencentrum Leuven.
  • Foshag, M., Stepath, T., & Herbst, T. (Reds.). (2013). Allgemeines Deutsches Kommersbuch (166e editie). Morstadt Verlag.
  • Silcher, F. & Erk, F. (Reds.). (1859). Allgemeine Deutsches Commersbuch (4e editie). Verlag Moritz Schauenburg.
  • Wikipedia. (2022, 10 juni). O alte Burschenherrlichkeit. https://de.wikipedia.org/wiki/O_alte_Burschenherrlichkeit
  • Willems (v. Herr W.), A. (2003). Een historisch-etymologische en verklarende wandeling doorheen de Studentencodex (Derde en herziene uitgave).

Nadat we vorige week over een lied geschreven hebben dat steeds bij het begin van een cantus gezongen wordt, schrijven we deze week over het einde van een cantus, namelijk over de Oude-Rolderklacht. Gezien dit lied een bewerking is van het Duitse studentenlied O alte Burschenherrlichkeit, dat we eveneens terugvinden in onze Studentencodex, zullen we ook dit lied bespreken.

De tekst van O alte Burschenherrlichkeit zou geschreven zijn door Eugen Höfling in 1825. Hij is geboren in Fulda in 1808, gestorven in Eschwege in 1880 en studeerde geneeskunde in Marburg. Daar was hij ook actief in een Burschenschaft. De huidige melodie vinden we voor het eerst terug in Brauns Liederbuch für Studenten, uitgegeven in Berlijn in 1843. Hier zien we ook dat de melodie gebaseerd is op het oudere lied Was fang ich armer Teufel an. De frase O jerum, jerum, jerum! O quae mutatio rerum! is eveneens uit dit lied afkomstig. De uitdrukking o jerum is een afkorting van o Jesu domine en is een klaagroep aan Jezus. Deze melodie is echter niet de enige waarop het lied ooit gezongen is, zo vinden we in het Allgemeine Deutsche Commersbuch uit 1859 een melodie die verdacht hard lijk op Lauriger Horatius, ofte O dennenboom. Het lied staat vaak ook bekend onder de titel Rückblick (eines alten Burschen), wat het onderwerp beschrijft: een oud-student kijkt met blijdschap terug op zijn studententijd.
In onze eigen Studentencodex zijn echter slechts de eerste, vijfde en zesde strofes van het lied opgenomen. In de andere strofes handelt men immers over mensuur, het academische schermen, dat verboden is voor katholieken. Er wordt eveneens gesproken over de breiten Stein. In het begin van de 19e eeuw was vaak enkel een smalle strook van de straat verhard. In universiteitssteden hadden ouderejaarsstudenten, ofwel Burschen, het voorrecht op deze breite Stein te lopen. Als twee Burschen elkaar dan ontmoetten, kon dit wel eens tot een gewelddadig treffen leiden, hoewel dit volgens de SC-Comment van 1799 uit Halle niet tot eerverlies zou leiden.

Onze Nederlandse bewerking in geschreven door een zekere K.D.W., bovendien zijn er enkele kleine verschillen in de melodie qua woordplaatsing. Hiernaar moet u maar eens vragen bij uw senior. In de Clubcodex, de blauwe bladzijden, staat een volledige beschrijving hoe het lied gezongen moet worden. Zo worden de eerste vier strofes traag bij gedempt licht gezongen, daar deze een weemoedige terugblik naar het studentenleven zijn, en wordt de vijfde strofe sneller en levendig gezongen. De feestelijkheid van deze laatste strofe blijkt ook uit het laatste refrein: Bibamus laeti merum, non est mutatio rerum!, wat zoveel wil zeggen als: "Laat ons vrolijk de wijn drinken, de dingen zijn niet veranderd!"
In de tweede strofe wordt er gezongen van het Werchters bier. Dit is Jack-Op, dat we ook nog in andere liederen terugvinden. Dit bier werd sinds 1869 gebrouwen in Werchter door Felix van Roost in Stoombrouwerij De Palmboom. Het legendarische studentenbier is momenteel helaas niet meer te verkrijgen.
Tijdens de strofes van dit lied gaan alle aanwezigen rechtstaan naargelang de verzen die gezongen worden. Zo zijn er de studiosus rerum politicarum (politieke en sociale wetenschappen), studiosus rerum oeconomicarum (economische wetenschappen), studiosus scientiae naturalium (wetenschappen), studiosus ir. (ingenieurs), studiosus pharmaciae (farmacie), studiosus philosophiae (filosofie), studiosus paedagogiae (pedagogische wetenschappen), studiosus medicinae (geneeskunde), studiosus paramedicinae (paramedische richtingen), studiosus juris (rechten).
Bij het laatste refrein zingt de rechtercorona, waarbij de linkercorona het glas ad fundum drinkt. Bij de herhaling wordt dit omgedraaid. De termen linker- en rechtercorona moeten steeds vanuit het standpunt van de senior bekeken worden.

Ut vivat, crescat, floreatque Wina!
Moge Wina leven, groeien, en bloeien!

Uw Cantustrio
Ward, Dries, Nathan

Bronnen

  • Dauwe, J., Janssens, T., Pieters, F., Persyn, O., Veestraeten, H. & Veestraeten, J. (Reds.). (2017, oktober). Studentencodex (18de editie). Studentencentrum Leuven.
  • Foshag, M., Stepath, T., & Herbst, T. (Reds.). (2013). Allgemeines Deutsches Kommersbuch (166e editie). Morstadt Verlag.
  • Silcher, F. & Erk, F. (Reds.). (1859). Allgemeine Deutsches Commersbuch (4e editie). Verlag Moritz Schauenburg.
  • Wikipedia. (2022, 10 juni). O alte Burschenherrlichkeit. https://de.wikipedia.org/wiki/O_alte_Burschenherrlichkeit
  • Willems (v. Herr W.), A. (2003). Een historisch-etymologische en verklarende wandeling doorheen de Studentencodex (Derde en herziene uitgave).